Beste mensen,

De mens wordt meer en meer mens, naar mate hij in relationeel participerend contact meer en meer verbonden wordt met zijn waardenwereld: in contact met de materie voltrekt zich zijn lichamelijke menswording, in contact met de wereld die de andere mens is, voltrekt zich zijn psychische menswording, in contact met het geestelijke, met God, komt de mens tot geestelijke menswording.

De ontwikkeling van de natuurwetenschappen verschafte ons de mogelijkheid de lichamelijke menswording spoediger te voltooien, door de zorgen voor de primaire materiële levensbehoeften grotendeels van ons af te nemen.

Wij zouden daardoor meer onze handen vrij hebben moeten krijgen om tot psychische en geestelijke menswording te komen.

Helaas worden wij hierbij nu door de consumptiemaatschappij meer en meer belemmerd. Deze legt een te zwaar accent op de materiële behoeften, schept bijvoorbeeld overbodige behoeften door reclame en geeft de mensen het idee dat daarin het geluk en de voldoening van hun leven ligt. Maar door deze valse voorstelling van zaken die de consumptiemaatschappij geeft, wordt het zicht verduisterd op de kans die wij hebben om tot het grote goed van de psychische en geestelijke menswording te geraken, wanneer onze noodzakelijke materiële behoeften gestild zijn.

Graag wil ik hierbij nu enige gedachten aan u ter overweging geven. Wat hieronder staat, heeft mij erg aangesproken omdat ik zie dat het in de dagelijkse praktijk waarheid en werkelijkheid voor mij is.

God voorziet in alles

De psalmist toont ons dat God voorziet in ál onze behoeften.(Psalm 23:2)

God voorziet in de geestelijke behoeften van de mens (Psalm 23:1-3)

God voorziet in de behoefte aan leiding en structuur van de mens (Psalm 23:3)

God voorziet in de emotionele behoeften van de mens (Psalm 23:4)

God voorziet in de fysieke behoeften van de mens (Psalm 23:5)

God voorziet in de eeuwige behoeften van de mens (Psalm 23:6)

We zien dan ook in verband met het bovenstaande het volgende groeiproces bij mensen ontstaan die hiervoor willen openstaan:

Egocentrisme (de gebroken staat van onze natuur) - menswording (geestelijk volwassen worden: de verwerkelijking van de mens als relationeel participerend wezen verbonden met zijn waardenwereld) - verruiming in God (meer groeiruimte bij de mens in Jezus, zijn oergrondwaarde en in God de Vader, zijn einddoel).

Het groeiproces bij de mens kan ook met andere woorden worden omschreven:

Zelfzuchtig liefhebben (zelfbevredigende liefde) - Onbaatzuchtige liefde tot de naaste en tot God -

Vreugde van de liefde (de liefde vindt haar vreugde in de waarheid).

Hoe kunnen wij deze kennis nu toepassen in de dagelijkse praktijk?

We weten dat de condities van het bestaan zijn: zijn - doen - hebben.

Versterving (reiniging, heiliging en onthechting) is voor de christen noodzakelijk wil hij ook echt geestelijk groeien: verdorven gevoelens bij de mens worden dan zuivere gevoelens als wij onze geest voortdurend voeden (activeren en versterken) met goedheid en waarheid. De Heilige Geest krijgt dan genoeg ruimte in onze geest om zich te wortelen en werkzaam te zijn. Dan is er geen fixatie meer op genot ( genotzucht, hebzucht), maar wordt de vreugde van Jezus onze vreugde (zijnskwalificatie: uiting van ons gehele zijn).

Geloven (onbevangenheid uitgedrukt in vertrouwen) wordt dan zeker weten door de ontwikkeling van onze fijngevoeligheid.

Voortdurende bevestiging (acceptatie en waardering) van onze naaste en God is dus voorwaarde om tot werkelijkheidsbesef te komen.

Met vriendelijke groeten,

Loek Altewischer