Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op antipsychiatrie.startpagina.nl

Maasmeisje: Psychotisch Ritalin luchtje?

  • Hyperactief A-P

    De eis tegen de vader van het in stukken gehakte maasmeisje vandaag is 8 jaar cel en TBS. Ook in dit geval was er sprake van psychiatrische medicatie. De medicatie Ritalin die als bijwerking o.a. psychotisch en depressief kan maken werd gegeven aan een man die al psychotisch en depressief was, en dan hebben we het nog maar niet over de bijwerking geweldsuitbarstingen… Maar wat blijkt, vlak voor de moord is men in 1 X gestopt met de Ritalin en heeft men met andere mixen geïxperimenteerd.

    Een levensgevaarlijke combinatie gezien het rebound effect, ook de bijwerkingen van andere middelen liegen er niet om, zie : www.bijwerkingenpsychiatrischemedicijnen.nl

    We zijn nu eindelijk zover dat de media dit langzaam maar zeker oppikt en het medicatiegebeuren erbij gaat vermelden. Maar dat is nog lang niet genoeg, het wordt hoog tijd dat de psychiatrie met zijn vernietigende “behandelingen” ontmaskerd worden, en de (on)verantwoordelijken achter de tralies verdwijnen. Wie wordt het volgende slachtoffer van deze destructieve beroepsgroep? Groetjes v Hyperactief

    Zodra het over Gessica gaat: diepe stilte

    Adri Vermaat

    De vader van het Maasmeisje Gessica, António G., staat vandaag in Rotterdam terecht op verdenking van moord op zijn dochter. Hij volhardt in stilzwijgen en justitie heeft weinig bewijs tegen hem.

    Advocaat Casper Jongsma in Rotterdam ziet onder zijn cliënten regelmatig verdachten van drugshandel. Soms zit hij tegenover iemand die wordt verdacht van moord. António G., een brede, boomlange man van 2.10 meter, schoenmaat 52, die gisteren 48 jaar werd, behoort tot de laatste categorie. Jongsma bekijkt hem met andere ogen dan de doorsnee, (ge)harde jongen uit ’het milieu’.

    Ongeacht het verloop van het proces tegen G., waarvoor de rechtbank drie zittingsdagen uittrekt, noemt de raadsman de strafzaak ’bijzonder’. „Ik heb een zaak als deze niet eerder meegemaakt”, zegt hij.

    John Kerkhof, officier van justitie in Rotterdam die zich in eerste instantie over het dossier António G. boog, beaamt dat. „Het is een bijzondere zaak, met bijzondere details en dat niet alleen vanwege de gruwelijke elementen die erin zijn verweven. Wij vertrouwen erop dat er voldoende bewijs is tegen G. om tot een veroordeling te komen wegens moord, en anders doodslag. Maar aan alles voel je dat het hier om een zaak gaat die anders is dan veel andere.”

    G. is afkomstig uit Kaapverdië en woont sinds de jaren ’70 in Nederland. In Rotterdam verdiende hij de kost als schoonmaker van verscheidene pompstations. Volgens de aanklacht van justitie zou hij in de zomer van 2006 de toen twaalfjarige Gessica, met wie hij een eenoudergezin vormde, hebben vermoord. Hij zou haar hierna in stukken hebben gesneden en deze lichaamsdelen, verspreid in afzonderlijke tassen, in de Nieuwe Maas in Rotterdam hebben geworpen.

    Aanvankelijk miste niemand het meisje. Ook niet nadat op 20 juni vorig jaar de politie voor het eerst naar buiten bracht dat in de rivier, bij het Mallegat, een tas was gevonden met hierin een been. Pas nadat begin oktober de politie, lang na de vondst van nog twee tassen met lichaamsdelen, een bij de universiteit van Manchester vervaardigde gelaatsreconstructie aan het publiek kon tonen, werd het raadsel van het Maasmeisje opgelost. Zij bleek Gessica, het meisje van de Jagerslaan in het rustige tuindorp Vreewijk. Twee dagen nadien werd haar vader op verdenking van het misdrijf aangehouden.

    „Mijn cliënt is geen ontkennende verdachte, maar hij is onwetend”, zegt advocaat Jongsma. „Het dringt niet tot hem door dat Gessica er niet meer is. Hij draagt een heel scala van psychiatrische problemen met zich mee. Hij is ongelukkig en al een groot deel van zijn leven is hij depressief, angstig en psychotisch. Hij kampt met een ernstig alcoholprobleem. Hij hoort stemmen en demonen, en hallucineert. Het rapport van het Pieter Baan Centrum, dat hem onderzocht, zegt echter dat hij het beste wilde voor zijn dochter. Hij wilde haar niet laten mislukken en hij deed, bijvoorbeeld bij de schoolkeuze, zijn best voor haar. Dat dit niet hielp, dat het leven soms anders liep dan hij wilde, heeft hem niet stabieler gemaakt. Hij voelt zich in de steek gelaten.”

    Op 13 december 2006 werden, in het kader van het onderzoek, aan António G. foto’s getoond van het hoofd van zijn dochter, zoals dat in een tas in de rivier was gevonden. G. zei slechts dat de foto niet Gessica betrof en reageerde verder niet. Evenmin reageerde hij, of toonde hij emoties, op een foto van het in een van de tassen aangetroffen been en op de botsplinter die van Gesscia in de badkamer van de woning van G. in Vreewijk werd aangetroffen. Begin januari 2007 ondernam G. in het huis van bewaring een zelfmoordpoging, die mislukte. Een verband tussen beide gebeurtenissen, de foto’s en de poging tot zelfdoding, ligt voor de hand maar door het zwijgen van G. is hiervan geen bevestiging.

    In zijn rapport noemde het Pieter Baan Centrum G. ’sterk verminderd’ toerekeningsvatbaar. Dat de deskundigen hem niet geheel ontoerekeningsvatbaar verklaarden, is een gevolg van de diepe stilte die valt zodra zijn dochter onderwerp van gesprek is. Jongsma: „Hij zegt niets over Gessica. Hij zegt niet: ’Ik voelde koude handen in mijn nek die mij ertoe dwongen mijn dochter iets aan te doen’. Als hij dat wel zou zeggen, zou hij ongetwijfeld volledig ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard. Maar hij weet het niet en zwijgt.”

    Bijzonder in de rapportage van het Pieter Baan Centrum is de ontdekking dat een Rotterdamse psychiater voorjaar 2006, kort voor de verdwijning van Gessica, aan G. ritalin voorschreef, een medicijn bedoeld voor de behandeling van ADHD. Aangezien G. nooit aan deze gedragsaandoening heeft geleden, verergerden zijn psychische klachten met het gebruik van de ’pepper’. In die zin is er, zeggen artsen en andere deskundigen, zeer zeker schade aan de man toegebracht. Pas sinds kort is een voor G. betere cocktail van medicijnen gevonden en is hij iets rustiger.

    Toch vermoedt Jongsma dat zijn cliënt tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen hem er het zwijgen toe zal doen. „Ik heb geprobeerd hem in de luwte te houden, dat zou het beste voor hem zijn. Maar de rechtbank verplicht hem te komen en dat betekent dat hij niet alleen met afschuwelijke gebeurtenissen wordt geconfronteerd, maar ook met de schijnwerpers van de media, boze Kaapverdiërs op de publieke tribune die hem dood wensen en misschien opnieuw gruwelijke foto’s uit het dossier. Ik houd er rekening mee dat mijn cliënt niet de hele zitting kan bijwonen. Of dat hij in het andere geval een enorme terugslag krijgt.”

    Een voorproefje in dat opzicht was de pro forma zitting, van 11 juli. In een regenjack met capuchon, een spijkerbroek, op sportschoenen en met een begeleider van de Forensische Observatie en Begeleidings Afdeling van justitie pal achter zich, zát Antonio G. voor het eerst in het verdachtenbankje van de Rotterdamse rechtbank. Voorzitter E. Koning had hem om tweeërlei redenen verplicht de zitting bij te wonen. De rechters wilden de verdachte, enerzijds een verliezer, anderzijds toch de bezitter van een huisje in Mexico, met eigen ogen zien. Maar bovenal wilden zij G. ertoe bewegen iets van zijn geheimen en voornemens prijs te geven.

    G., die van zijn medische behandelaars permissie had gekregen om naar de rechtbank te gaan, zweeg van de eerste tot de laatste minuut. Hij keek de rechters niet aan en volhardde van begin tot eind in zijn apathische, half voorover gebogen houding. Ook op ogenschijnlijk eenvoudige vragen als „Bent u António G., geboren 25 november 1959?” en „Wat is er aan de hand met u?” verried zijn lichaamstaal geen spoor van emotie of herkenning. Dit tot irritatie van rechtbankvoorzitter Koning die zich, naar het voorkwam, enigszins te kijk gezet voelde door G.. De magistraat vergeleek hem eerst met een ’standbeeld’, merkte vervolgens op dat de verdachte ’demonstratief laat blijken dat hij zich niet aanwezig acht’ en eindigde met de, onbeantwoorde vraag „Waarom zegt hij niets?”.

    Niet alleen de rechters hebben een probleem als G. er het zwijgen toe blijft doen. Het openbaar ministerie heeft dat al van meet af aan in het onderzoek naar de dood van Gessica. Zo zijn de deskundigen er niet in geslaagd haar doodsoorzaak vast te stellen. Dit komt doordat de lichaamsdelen die van haar zijn gevonden, langere tijd in het, destijds ook nog relatief erg warme, rivierwater hebben gelegen. De slotconclusie van een Belgische forensische expert is dat het meisje ’door geweld om het leven is gebracht’. Voorts is zeker dat zij ná haar dood in stukken is gesneden.

    Het moordwerktuig is niet gevonden en evenmin het mes, of ander gereedschap, waarmee haar lichaam is bewerkt. Officier van justitie John Kerkhof erkent dat tegen G. géén direct bewijs bestaat. Vanwege zijn zwijgende aandeel is het bewijs tegen hem nu opgebouwd uit een rijke schakering van getuigenverklaringen, die alles bijeen het antwoord op het raadsel moeten vormen.

    Tegelijkertijd blijft justitie hopen dat G. op enig moment, tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak, alsnog de lippen opent. Kerkhof: „Een verdachte mag zwijgen, en dat geldt onverminderd ook voor de vader van Gessica. Maar als je naar Europese uitspraken op dit punt kijkt, kun je ook stellen: ’Als er zoveel verklaringen in het dossier zijn, ben je eigenlijk verplicht te praten’. Maar dwingen kun je niemand.”

    In theorie is het mogelijk dat G. schuldig wordt bevonden aan het verdwijnen van Gessica’s lichaam, maar niet voor moord, of doodslag, op haar. In dat geval zou hij tot maximaal twee jaar gevangenisstraf kunnen worden veroordeeld en zou het een kwestie van maanden zijn, alvorens hij weer vrij man is. In zijn huidige slechte mentale conditie, met mogelijk suïcidale neigingen, is dat ogenschijnlijk geen optie. Jongsma: „Ik heb erover nagedacht, maar mijn werk is toch een juridisch zo goed mogelijk resultaat te halen. Voor de rest sluit ik mij af. De rechtbank zal kijken naar het bewijs en het kan eigenlijk niet anders of er volgt vrijspraak van moord en doodslag. Dat zal veel onbegrip teweeg brengen maar zo werkt ons rechtsysteem.”

    Op tegels in de woning in Vreewijk zijn bloedspatten van Gessica gevonden en in het doucheputje de botsplinter. Getuigen, onder wie een leerkracht en een vriendinnetje van Gessica, verklaarden hoe het meisje soms een suffe indruk maakte en hoe zij vertelde dat zij soms de antidepressiva van haar vader slikte. Mogelijk gebeurde dat ook op de voor haar zo fatale dag en is zij door een overdosis medicijnen overleden, stelde advocaat Jongsma eerder. Géén moord, en wat zich daarna in de woning zou hebben afgespeeld, is aan zijn cliënt en de onderzoekers.

    Maar ook de politie zinspeelde in haar onderzoek op andere mogelijkheden dan (alleen) de veronderstelde betrokkenheid van Gessica’s vader. Was er misschien een tweede persoon in het spel? En dan zijn er de rapporten van de verschillende Inspecties, waaruit de conclusie mag worden getrokken dat de hulp aan Gessica en haar vader, die hier zelf om vroeg, ernstig faalde.

    Jongsma zal tijdens het proces niet op deze rapporten ingaan. „Ze geven aan dat er kennelijk fouten zijn gemaakt en voor iemand met de psychische gesteldheid van mijn cliënt, weegt dat zwaar.”

    Ook Martin C. zweeg

    In de houding van António G. ziet het openbaar ministerie in Rotterdam overeenkomsten met de verdachte van een andere, geruchtmakende zaak, die van de dood van het meisje Sybine Jansons in 1999.

    Verdachte Martin C. ontkende na zijn aanhouding destijds elke betrokkenheid en zweeg nadien consequent, tot woede en verdriet van de ouders van het slachtoffer, en tot teleurstelling en frustratie van de officier van justitie.

    C. weigerde een jaar later antwoord te geven op álle 78 vragen, die de rechtbank in Utrecht hem stelde over de ontvoering en de dood van de dertienjarige scholiere, die lange tijd in het water had gelegen.

    In hoger beroep, nadat C. tot twintig jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging was veroordeeld, doorbrak hij voor het eerst zijn stilzwijgen door gebruik te maken van zijn recht op het laatste woord. Maar pas vijf jaar later bekende de voormalige buschauffeur dat hij inderdaad de moord had gepleegd. BRON: Trouw 26-11-2007.

  • &&&

    dus wat betreft de eerste alinea, moet de psychiater vervolgt worden en de vader niet.

  • &&&

    of anders gezegd, de vader moet wel ook vervolgd worden, maar bijvoorbeeld, net als de gezinsvoogd van savannah, vrij gesproken worden omdat er geen direct verband kan worden aangetoond tussen de moord en de vader. het directe verband bestaat immers uit de drugs, op voorschrijving van de psychiater. voodoo is er niks bij.

  • &&&

    'En dan zijn er de rapporten van de verschillende Inspecties, waaruit de conclusie mag worden getrokken dat de hulp aan Gessica en haar vader, die hier zelf om vroeg, ernstig faalde.'

    … ja dat lezende… dan heb je nog eens een appel met de hulpverlening (eerder dus al met de psychiater) te schillen. voor de rechtbank.

    tsja en die vader.. ja toch blijft bij ons ergens zoiets overeind staan van: jij hebt uiteindelijk besloten om die pillentroep te nemen.

    dus hij gaat wat ons betreft niet geheel vrij vanwege ‘onder invloed’.

    er moet misschien een andere, of duidelijkere wet komen op het gebruik van pillen/medicatie/drugs.

    dat zodra je hiertoe door je psychiater wordt aangezet, je elke verantwoording verder verliest over je handelen. ‘handelingsonbekwaam’.

    gewoonweg omdat de gevolgen dus niet ‘zuiver’ zijn, zeg maar.

    getver wat een rot gedoe toch altijd met die psychiatrie.

    snoep verstandig, eet een appel.

  • Hyperactief A-P

    dus wat betreft de eerste alinea, moet de psychiater vervolgt worden en de vader niet. Aldus: &&& 27-11-2007 18:52.

    Hoi &&&, de psychiater moet mijns inziens mede vervolgt worden.

    of anders gezegd, de vader moet wel ook vervolgd worden, maar bijvoorbeeld, net als de gezinsvoogd van savannah, vrij gesproken worden omdat er geen direct verband kan worden aangetoond tussen de moord en de vader. het directe verband bestaat immers uit de drugs, op voorschrijving van de psychiater. voodoo is er niks bij. Aldus: &&& 27-11-2007 18:53.

    Een soort formele schuld is afhankelijk van de rechter en de verdere omstandigheden. Vrijspraak is alleen op zijn plaats als alle geweld na de medicatie is ontstaan, maar logischer is dat dit het verergerd heeft, en de man dus ook zijn aandeel en verantwoordelijkheid heeft waarvoor hij dan straf verdient. Groetjes v Hyperactief

  • Hyperactief A-P

    Zie mijn antwoordt van 22:19 uur kwa de verantwoordelijkheid &&&, dat er iets moet veranderen is zeker, want wij kunnen inmiddels achterover leunend op het volgende medicatie gerelateerde drama wachten, wie volgt… Groetjes v Hyperactief

  • &&&

    zien we het dan niet overtrokken?

  • Hyperactief A-P

    Wat precies, en wie &&& ??? Groetjes v Hyperactief

    &&& schreef:

    >

    > zien we het dan niet overtrokken?

  • &&&

    nou..jouw antwoord, dat we kunnen wachten op het volgende medicamenten gerelateerde misdrijf.. zie je het zo zwart wit?

  • Hyperactief A-P

    Nee niet zwart wit &&&, van “gewone” drugs is ook bekend dat het de remmen los gooit en niet bevordelijk is bij criminaliteit, deze middelen werken hetzelfde, een kwestie van kennis. Groetjes v Hyperactief

    &&& schreef:

    >

    > nou..jouw antwoord, dat we kunnen wachten op het volgende

    > medicamenten gerelateerde misdrijf.. zie je het zo zwart wit?