www.jeugdengezin.nl/kamerstukken/2007/het-india-project-van-de-hoenderloo-groep.asp
hier de tekst:
Het India-project van de Hoenderloo Groep
Kamerstuk, 19 maart 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DJB-K-U-2748924
19 maart 2007
Antwoorden van minister Rouvoet, mede namens de minister van Justitie, op de vragen van de Kamerleden Cörüz en De Pater-Van der Meer (CDA) over het India-project van de Hoenderloo Groep (2060707110).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat het India-project, een leer en werkprogramma voor slachtoffers van loverboys, van de Hoenderloo Groep niet goed loopt?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is dit project voorgelegd aan de in 2005 opgerichte Erkenningscommissie Gedragsinterventies, die juist is opgericht voor (nieuwe) projecten die in aanmerking willen komen voor subsidie? Zo ja, wat waren de bevindingen? Zo neen, wat waren de redenen?
Antwoord 2
Dit project is niet voorgelegd aan de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, die in augustus 2005 door de minister van Justitie is geïnstalleerd.
Deze Erkenningscommissie is ingesteld om de kwaliteit van intramurale en extramurale gedragsinterventies voor minderjarige en meerderjarige justiabelen te kunnen vaststellen. Het India-project valt hier niet onder.
Vraag 3
Hoeveel gaat het gehele project kosten? Hoeveel meisjes zouden hiermee worden geholpen? Klopt het bericht dat de provincie Zuid-Holland 600.000 euro heeft betaald? Zijn er naast de provincie Zuid-Holland nog andere financierders? Zo ja, hoeveel dragen zij bij? Kunt u een indicatie geven hoeveel een dergelijk project in Nederland zou hebben gekost?
Antwoord 3
Volgens de Wet op de jeugdzorg zijn de provincies en grootstedelijke regio’s verantwoordelijk voor het jeugdzorgaanbod voor de kinderen in hun regio. Hoewel de Hoenderloo Groep een landelijk werkende jeugdzorginstelling is, is er bij voor het aanbod van deze instelling ook sprake van een gedecentraliseerde verantwoordelijkheid en financiering. Dit loopt via de provincie Zuid-Holland. Deze provincie is de enige financier van het India-project ‘Valor’. Zuid-Holland bekostigt dit project echter niet uit de doeluitkering, maar uit autonome middelen.
Het project duurt twee jaar en de totale kosten bedragen bijna € 700.000. Hiermee kunnen 32 meisjes worden geholpen, waarbij er per half jaar acht meisjes instromen. In de eerste fase verblijven de meisjes in India, om vervolgens voor fase 2 en 3 weer naar Nederland terug te keren. Een residentiële behandeling bij de Hoenderloo Groep kost € 60.000 per jaar en dus € 30.000 per half jaar. Omdat de kosten in India lager zijn, is de totale subsidie lager. De kosten per plaats per half jaar zijn ruim € 21.000.
Naast de € 700.000 wordt er door de provincie Zuid-Holland nog een evaluatie en effectiviteitsonderzoek gefinancierd. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Terpstra en
van Dijke.
Vraag 4
Waarom is het project gestart ondanks het feit dat de benodigde werkvergunningen niet afgegeven waren en de selectie van de kandidaten niet was voltooid?
Antwoord 4
In het kader van de Wet op de jeugdzorg is de zorgaanbieder, in dit geval dus de Hoenderloo Groep, verantwoordelijk voor het bieden van verantwoorde zorg. De Hoenderloo Groep heeft zich ingespannen om een werkvergunning te regelen voor de medewerkers die de jongeren in India begeleiden. De Hoenderloo Groep heeft laten weten dat de ambassade hen geadviseerd heeft om voor de medewerkers, net als voor de meisjes, een toeristenvisum aan te vragen. In overleg met de provincie Zuid-Holland is vervolgens besloten om het project op deze wijze te starten.
Vraag 5
Wanneer worden de resultaten van de Inspectie jeugdzorg verwacht?
Antwoord 5
De provincie Zuid-Holland financiert het project Valor als een experiment van twee jaar. Aangezien het om een nieuwe bijzondere vorm van zorg gaat, hebben zij de Inspectie jeugdzorg verzocht om onderzoek naar dit project te doen. Het onderzoek is opgenomen in het jaarwerkplan van de Inspectie jeugdzorg voor 2007. Wanneer het onderzoek precies wordt uitgevoerd en wanneer de resultaten beschikbaar zijn, is nog niet bekend.
Vraag 6
Deelt u de mening dat nu slechts twee kandidaten en in maart aanstaande slechts vier kandidaten deelnemen, het project nog levensvatbaar is?
Antwoord 6
De provincie Zuid-Holland is de financier en verantwoordelijk voor dit project en zal moeten bepalen of zij het project nog levensvatbaar vinden. Ik merk wel op dat de provincie en de Hoenderloo Groep hebben afgesproken dat er 32 meisjes in twee jaar worden geholpen. Dit betreft dus acht meisjes per half jaar. Het gaat daarmee niet om hele grote aantallen.
Vijf meisjes hebben inmiddels het programma in India doorlopen.
De Hoenderloo Groep heeft gemerkt dat de instroom niet achterblijft door het gebrek aan meisjes die in aanmerking komen voor het project, maar dat het komt omdat ouders en gezinsvoogden huiverig zijn voor de gedachte dat het betreffende meisje in India verblijft. De jeugdzorginstelling is echter van mening dat een verblijf buiten Europa in een andere cultuur noodzakelijk is om de meisjes los te laten komen van hun loverboy. De Hoenderloo Groep doet daarom momenteel veel aan voorlichting om de instroom te bevorderen.
De provincie Zuid-Holland zal, mede door de onrust over het project, extra voorwaarden gaan stellen aan de uitvoering van het project. Dit betreft onder andere de intensivering van de werving, maar daarnaast ook een nauwkeurige selectie van de deelnemers, zodat het risico op uitval ten tijde van het verblijf in India wordt voorkomen. Daarnaast wordt de Hoenderloo Groep verzocht om zich te blijven inzetten voor het verkrijgen van de werkvergunning.
of
www.zorgwelzijn.nl/dossiers/id50904/loverboys.html
hier de tekst:
Slachtoffers loverboys naar India
Enkele tientallen slachtoffers van loverboys gaan een half jaar werken in kindertehuizen in India. Op die manier moeten ze los komen van de betoverende invloed van hun charmante pooiers.
Loverboys zijn inmiddels een bekend verschijnsel: allochtone, veelal Marokkaanse jongens die jonge meisjes inpalmen met cadeautjes en begrip, ze smoorverliefd maken om ze uiteindelijk de prostitutie in de dwingen. Meisjes die slachtoffer zijn geweest van loverboys blijven meestal zwaar onder invloed van hen. Zelfs al hebben ze al een tijd geen contact meer, het gebeurt dikwijls dat de meisjes opnieuw voor ze vallen zodra ze hen tegenkomen. Dat mechanisme van afhankelijkheid wil de Hoenderloo Groep, onder meer bekend van de Glen Mills School voor jongens uit straatbendes, doorbreken.
Om een einde te maken aan de betovering gaan in totaal 32 van deze meisjes een half jaar werken in kindertehuizen in India, samen met hun ouders en onder begeleiding van hulpverleners van de Hoenderloo Groep. De instantie heeft zes mensen aangetrokken en opgeleid voor de begeleiding in India. De eerste acht meisjes zullen nog voor de zomer naar het Aziatische land vertrekken.
Het project heet Valor, oftwel ‘Lef’. Dat moeten de meiden namelijk hebben om weer een zelfstandig bestaan op te bouwen. Door een half jaar te wonen, te werken en te leren in India moeten ze afkicken van hun obsessieve liefde. En door het werk dat ze gaan doen in de kindertehuizen van de Don Bosco Stichting kunnen ze hun negatieve zelfbeeld overwinnen. Het project zal twee jaar duren. De provincie Zuid-Holland heeft er zeshonderdduizend euro voor uitgetrokken.
BRON: Nieuwsbrief Zorg + Welzijn, 10 februari 2006
of
www.bodemloos.com/informatie/artikelen_lb.htm
hier de tekst:
Bron: http://www.mikado-ggz.nl/
Vernieuwende hulpverlening voor slachtoffers van loverboys
Enkele tientallen meisjes die slachtoffer zijn van loverboys gaan binnenkort een half jaar naar India om daar in kindertehuizen te werken. Zo moeten zij zich losmaken van hun pooiers en weer een positief zelfbeeld krijgen. Het project heet Valor en is een initiatief van de Hoenderloo Groep, ook bekend van de Glen Mills School voor jongens uit straatbendes.
Loverboys zijn inmiddels een bekend fenomeen. Charmante jongens, veelal Marokkaans, die jonge meisjes inpalmen met cadeautjes en begrip. Eenmaal smoorverliefd worden de meisjes de prostitutie in gedwongen. Slachtoffers van loverboys blijven meestal zwaar onder invloed van hun pooiers. Het lukt ze vaak niet om zich daadwerkelijk los te maken van hun ‘liefdesrelatie’. Wat de aanpak van dit probleem bemoeilijkt, is dat de meisjes de dwang, de vernedering en het geweld vaak ontkennen of minimaliseren.
Ver weg van bedreigingen
De meisjes die meedoen aan het Valor-project krijgen de mogelijkheid om een halfjaar naar India te gaan. Daar zijn ze ver weg van alle verleidingen en bedreigingen van de loverboy. De Hoenderloo Groep hoopt zo in totaal 32 minderjarige meisjes uit de illegale prostitutie te halen. De eerste acht meisjes vertrekken nog voor de zomer naar India. Vier medewerksters worden twee jaar lang uitgezonden naar India. Elk van hen woont met twee meisjes en begeleidt hen intensief.
Hulpverleningstraject
Tijdens hun verblijf in India zullen de meisjes werkzaamheden uitvoeren in weeshuizen voor jonge kinderen. Daarnaast volgen zij via e-learning onderwijsprogramma's van de Hoenderloo Groep. Een medewerker van de groep bereidt in Nederland de ouders voor op de terugkeer van hun dochter. Wanneer de meisjes eenmaal terug zijn, wordt er binnen twee weken een netwerkconferentie gehouden waarin jongeren, ouders en andere belangrijke derden zelf een hulpverleningstraject van een half jaar uitstippelen. Na een jaar is het hele Valor-traject afgerond en zal de jongere terugkeren naar huis of doorgeplaatst worden naar een vervolgtraject.
Het Valor-project zal twee jaar duren en is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de provincie Zuid-Holland. Wanneer na twee jaar de resultaten positief blijken, zal het concept overdraagbaar gemaakt worden.
Link: website Hoenderloo Groep, ‘ Lof voor vernieuwende hulpverlening aan slachtoffers loverboys'