De jeugdcriminaliteit verhard en hoogleraar forensische psychiatrie van Marle zegt doodleuk dat hij denkt het ontbreken van empathie iets van deze tijd is. Wat hij er vergeet bij te vertellen is dat zijn beroepsgroep verantwoordelijk is voor vervlakking van emoties, doordat steeds grotere legers kinderen onwetenschappelijk gedrogeerd worden met gevaarlijke psychiatrische drugs. In onderstaand stukje kom je al tegen dat jeugdigen met een psychiatrisch pseudo-etiketje al uitgesloten worden van empathie training. Dat belooft wat voor de toekomst als beroepsgroep door gaat met het drogeren c.q. emotioneel kapot maken van kinderen… Groetjes v Hyperactief
Bruggen van vergeving tussen gevangenis en samenleving
door Marianne van de Polder
Steken met een mes alsof het niets is: de stoïcijnse manier waarop veel jeugdige daders hun delicten plegen is schokkend. Ze lijken geen enkel idee te hebben van wat zij een ander aandoen. Straffen alleen levert te weinig op. Daarom wordt de laatste tijd steeds vaker gepoogd om jonge daders empathie bij te brengen, zowel in als buiten de jeugdgevangenis. Helpt dit, of is het gebrek aan inlevingsvermogen dieper geworteld in de moderne samenleving? ,,Voor die jongens is het volgens mij heel belangrijk dat ze worden vergeven.''
Hjalmar van Marle, hoogleraar forensische psychiatrie, denkt dat het ontbreken van empathie een probleem van deze tijd is. ,,Doordat de nadruk in de maatschappij ligt op het individualisme, hebben we geen aandacht meer voor elkaar. In deze rationele tijd lijken we empathie dan ook te verleren. Het wordt voortdurend gefrustreerd, doordat we moeten, moeten, moeten. Kinderen worden opgevoed als strebertjes. In de klas gaat het om jouw werkstuk: jíj moet scoren. Kinderen leren wel om samen te werken, maar om te presteren, niet om het samenwerken zélf. De leraar in de klas vraagt niet meer aan een stille leerling: ‘Hoe is het nu eigenlijk met jou? Is er wat aan de hand?’ We hebben er geen tijd meer voor.''
Hoe ontstaat empathie eigenlijk? ,,Wij zijn ertoe geneigd. Gehechtheid zit in ons. We leren dat als baby: empathie leer je van de glans in de ogen van je moeder. De eerste twee levensjaren zijn daarom heel belangrijk.Van een individueel geweten is sprake als een kind een jaar of zes is. Empathie ontwikkelt zich verder, tot ongeveer het 23e levensjaar. Dan pas kun je zeggen, dat iemand een sociaal wezen is. Tot het twaalfde jaar hebben de ouders de meeste invloed. Daarna worden groepen bestaande uit leeftijdsgenoten belangrijk. Je wordt gevoelig voor wat anderen zeggen.''
Omdat leeftijdsgenoten voor pubers het meest van invloed zijn, worden de empathietrainingen van Slachtoffer in Beeld (SIB) meestal in groepsverband gegeven. SIB is een organisatie die in opdracht van de Raad van de Kinderbescherming leerstraffen uitvoert. Zo'n leerstraf kan bijvoorbeeld een empathiecursus zijn. Uilke Duinstra is beleidsmedewerker bij het SIB en geeft de trainingen ook zelf. Hij vertelt: ,,De cursus die we geven in het kader van de leerstraf, bestaat uit vijf of acht trainingen bij voorkeur in groepen. Ons doel is dat de jongeren van elkaar leren.'' Aan bod komen bijvoorbeeld vragen als: wie zijn je vrienden, en: wat is vriendschap eigenlijk.
In de trainingen proberen Duinstra en de zijnen niet te moraliseren, maar te laten zien. ,,Je probeert situaties herkenbaar te maken. Niet alleen door erover te praten, maar ook door hen bepaalde gebeurtenissen zelf te laten ervaren.'' Acteurs komen langs om situaties na te spelen.
Jongeren hebben, zegt Duinstra, sterk de neiging hun daden te bagatelliseren. Daardoor schuiven ze de verantwoordelijkheid weg. ,,In de cursus proberen we te laten zien dat ze juist wel verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden. Vaak hebben ze wel empathie, maar is die door groepsprocessen vervaagd. Wij geloven dat je dat weer aan kunt leren. De gevolgen van financiële schade snappen ze vaak wel. Emotionele schade daarentegen vinden ze lastig.''
Herstelopvoeding
Naast leerstraffen opgelegd door de Raad voor de Kinderbescherming zijn er ook binnen de gevangenis projecten gericht op het aanleren van empathie en het leren nemen van verantwoordelijkheid. Een van deze projecten is herstelopvoeding, een pilotproject opgezet door onder anderen Micha de Winter van de Universiteit Utrecht en uitgevoerd door SIB in vier justitiële jeugdinrichtingen (jji's). Bij herstelopvoeding worden jeugdige delinquenten geconfronteerd met de gevolgen van hun daden, wat kan leiden tot bijvoorbeeld een excuusbrief of een gesprek met een slachtoffer.
Ook de christelijke organisatie Gevangenenzorg Nederland werkt met deze methode. Esther Klaassen legt uit: . Zij werkt voor de christelijke organisatie Gevangenenzorg Nederland, die het zogenaamde herstelrecht als basis heeft. Ze legt uit: ,,Herstelrecht is een methode die ervan uitgaat, dat straffen alleen niet genoeg is. Het recht moet geschieden, maar daar moet je het niet bij laten: er moet ook herstel plaatsvinden. Herstel met de maatschappij, herstel met het slachtoffer en herstel met jezelf.''
Gevangenenzorg Nederland geeft cursussen en organiseert groepsgesprekken. Empathietraining maakt daar onderdeel van uit. Klaassen geeft bijvoorbeeld de cursus Spreken Over Schuld (SOS) in een jeugdgevangenis. ,,De gevangenis maakt zelf een selectie van jongeren die voor de cursus in aanmerking kunnen komen. Voorwaarden zijn onder meer dat ze Nederlands kunnen praten en geen psychiatrische stoornis hebben. Verder moeten ze bereid zijn om deel te nemen aan zeven sessies en een zogenaamde ‘daad van herstel’ willen doen.''
Dat laatste kan een gesprek zijn met hun eigen slachtoffer, maar de hersteldaad kan ook symbolisch plaatsvinden en voor een ander slachtoffer bestemd zijn. Klaassen: ,,Hoewel dit nog een pilot is, is de jeugdgevangenis die met ons werkt heel enthousiast. De jongeren die aan de cursus hebben meegedaan, vertellen er positief over aan medegevangenen, waardoor de vraag nu groot is. Ik zie dat het echt impact heeft. Het doet de jongeren goed om over hun schuld te praten. Het lucht hen echt op.''
Dat Gevangenenzorg Nederland een christelijke organisatie is, levert geen problemen op, zegt Klaassen. ,,We doen het als christenen, maar leggen het geloof zeker niet op. Ze moeten er hun eigen lessen uit leren. Wij geloven dat dat werkt. Dat komt doordat we tegen hen zeggen: jij bent belangrijk. Jij mag er zijn.''
Daarnaast werkt Gevangenenzorg Nederland met circa 350 vrijwilligers. ,,Zij gaan als mens naast de jongeren staan. Dit in tegenstelling tot een instantie die hun van bovenaf iets oplegt. Breng de samenleving naar de gevangenis, dan kunnen er meer bruggen geslagen worden.''
Vergeven
Truus ter Braak heeft zo'n brug geslagen. Haar invalide vader werd in 2004 slachtoffer van een overval. Zijn kluis met waardevolle spullen werd uit het huis meegenomen. Haar vader kwam met de schrik vrij. Na ruim een half jaar kwamen de daders in beeld, en op een dag ontving Ter Braak een excuusbrief van een van hen. ,,Hij vroeg me of ik hem wilde vergeven. Ik stuurde hem een brief terug, waarin ik hem antwoordde dat ik dat wilde, maar dat hij ook aan God vergeving moest vragen,'' vertelt ze.
Toen hij uit de gevangenis kwam, vond er een ontmoeting plaats tussen slachtoffer en dader. Die was op televisie te zien in het EO-programma Aangedaan. In de uitzending gaf Ter Braak de dader een beeldje van een man met een parel cadeau. ,,Jij bent een parel in Gods handen'', zei ze tegen de man die haar hulpeloze vader had beroofd.
Bij twee 16-jarige jongens, die het programma drie jaar later zagen in het kader van een SOS-cursus van Klaassen, sloeg dit in als een bom. Zij moesten nog een ‘daad van herstel’ doen, en vroegen: ,,Mogen we niet iets voor haar maken?''
Dat mocht. De twee jongens maakten ieder een schilderij voor Ter Braak. In elk schilderij kwam de parel terug. Ter Braak is de jongens samen met haar moeder, man en dochter gaan opzoeken in de jeugdgevangenis. Daar nam zij hun schilderijen in ontvangst. Ze vertelt: ,,Alleen al het feit dat we daar bij hen op bezoek kwamen, vonden ze heel bijzonder. Ik denk dat zij in hun leven veel liefde tekort zijn gekomen. We hebben wel een uur met elkaar gesproken. Ze konden maar niet geloven dat ik die overvaller had vergeven. ‘Hij had u een cadeau moeten geven’, zeiden ze. Ik heb uitgelegd dat God me de kracht daarvoor had gegeven. Ze vertelden me dat ze blij waren dat ze in de gevangenis zaten. ‘Dan kunnen we tenminste veranderen’, zeiden ze. Voor die jongens is het volgens mij heel belangrijk dat ze worden vergeven.''
Effect
In hoeverre werkt empathietraining? Duinstra: ,,Tijdens de sessies merken we, dat we de jongeren zeker bereiken. We weten alleen nog niet of ze daardoor daadwerkelijk hun levens veranderen. Dat is ook moeilijk te meten.''
Dat zegt ook Klaassen. ,,Het effect is er, maar vertaalt het zich in gedrag? Ook internationaal is dat nog niet bekend. In Engeland werkt men momenteel aan een manier om het effect te meten.''
Van Marle: ,,Wat we wel weten, is dat het helpt bij jeugdige zedendelinquenten. Zij zijn namelijk meestal niet in staat zijn om bepaalde signalen goed te interpreteren, wat je hun wel kunt leren. Je kunt bijvoorbeeld uitleggen dat een ‘nee’ ook echt een ‘nee’ is, en geen spel.''
De pilot in het kader van herstelopvoeding is onlangs door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie beoordeeld als ‘niet erkend’. Ondanks die uitkomst vindt staatssecretaris Nebehat Albayrak van Justitie het zo belangrijk om jongeren met de gevolgen van hun daden te confronteren, dat nader wordt onderzocht hoe de methode verbeterd kan worden. Daarbij overweegt zij zelfs om herstelopvoeding standaard op te laten nemen in het dagprogramma van de jji's.
Zij heeft de Tweede Kamer hierover eind januari via een brief geïnformeerd. Na het onderzoek moet meer duidelijk worden over de vraag of empathie een succesvol tegengif vormt voor de inmiddels jarenlange stijging van jeugdcriminaliteit.
Maar er is meer. Het ontbreken van empathie is een probleem in en van de hele samenleving, betoogt Van Marle. Het moet volgens hem op veel verschillende plekken aangepakt worden. ,,Het begint bijvoorbeeld al bij de crèches. Daar hebben we meer leidsters nodig, zodat kinderen voldoende aandacht krijgen. Verder moet er op scholen meer begeleiding komen, maar boven alles: we moeten meer de tijd nemen voor elkaar.''
Jeugdcriminaliteit
* Deze week bleek uit de Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat 3 procent van de jongeren in aanraking komt met de politie. Vijf jaar geleden was dat nog 2 procent. De politie pakt jeugdcriminaliteit harder aan, verklaren de onderzoekers.
* Ook de geregistreerde jeugdcriminaliteit door jongeren van 12 tot en met 17 jaar is in de periode 2002-2005 toegenomen. Zowel het aantal verdachten als het aantal delicten stijgt. Dit blijkt uit de Monitor Jeugd Terecht 2007 van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
* Het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam maakte begin januari bekend dat het aantal zaken met jeugdige verdachten vorig jaar is gestegen: in 2007 waren er 4100 jeugdzaken in tegenstelling tot 3766 in 2006.
* De ernst van jeugdzaken die voor de rechter komen, neemt toe. Dit is te lezen in Rechtstreeks, een uitgave van de Raad voor de Rechtspraak. In nummer 3 van 2007 staat een artikel met als basis interviews met jeugdofficieren en jeugdrechters. Daarin staat: ,,Er is niet alleen sprake van een toename in omvang, ook de ernst van de jeugdcriminaliteit neemt toe. In veel van de interviews werd gewag gemaakt van de toenemende hardheid en grofheid door jeugdigen gepleegde delicten.'' BRON: Nederlands Dagblad, Geplaatst op zaterdag 23 februari 2008 10:53 , laatste wijziging zaterdag 23 februari 2008 10:53