Afgelopen avond 17-01-2007 een gedicht van mijn zoon die bijna 5 jaar onterecht in TBS zit meegekregen, de tekst zegt genoeg over de gewetenloze psychiaters en medewerkers/ sters van TBS klinieken, waar een ontkennende verdachte NOOIT in had mogen belanden, maar in plaats daarvan op een langere gevangenisstraf met een maximum geplaatst had moeten worden… Groetjes v Hyperactief
P.S.: Psychiatrie maakt meer kapot dan je lief is !!!
HET REGENT EN ER BLAAST EEN HARDE WIND
Ik zat laatst te denken aan het afgelopen jaar,
Shit, ik zit nu al weer 5 jaar,
Voor een delict die ik niet heb gepleegd,
Mijn gevoelens zijn daardoor uitgeput en mijn hart is geleegd,
Hopelijk gaat deze tijd snel voorbij,
En ben ik snel weer vrij,
De dagen komen en gaan,
Iedere dag zie ik gelukkige mensen staan,
Ze praten over van alles een beetje,
Maar ik ben erg ongelukkig, weet je,
Ik denk, denken doe je hier het meest,
Door emoties overspoelt, was ik hier maar nooit geweest,
Ik wil mijn pijn overwinnen en verslaan,
Het lukt niet, dus kijk ik maar even uit mijn celraam,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer me dat ik hier geen liefde vind,
Dat alles aan mijn neust voorbij waait,
Door een deur die onterecht is dicht gedraaid,
De rechter veroordeelde mij zo snel,
En sloten mij op in een eenzame cel,
Er wordt dan over mij gesproken,
Met woorden waarmee ze iedereen tegen mij opstoken,
Heel heftig, grimmig en koel,
Maar ik heb ook gevoel,
Ik ben toch geen onmens of robot,
Toch draaien ze de deur weer op slot,
Voor een feit wat ik niet heb begaan,
Maar ik moet er wel alleen voor in het leven staan,
Al 5 hele pijnlijke en lange jaren,
Ik vraag me af: hoelang kan ik me nog bedaren,
Ik verlang ook naar een knuffel en een vriendelijk woord,
Maar ik denk dat mijn bede niet wordt gehoord,
Alles wat ik vraag in mijn intense verdriet,
Is, vergeet mij in deze ellendige eenzaamheid niet,
Maar dat doen ze wel,
Dus kijk ik maar weer even door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer me dat ik hier geen geluk vind,
Dat al het moois aan mij voorbij gaat,
Misschien is het voor alles al veel te laat,
Ik hoor wel maar ik luister niet,
Ik kijk wel maar ik zie het niet,
Ik ben doofstom, slechtziend en grotendeels verdoofd,
Enkel en alleen omdat mijn hart er niet meer in geloofd,
Die gevoelens doen zo ongelooflijk zeer,
Dat ik uit bescherming alle kleur uit mijn leven weer,
Waardoor ik blind ben geworden van mijn intense verdriet,
Daarom zie ik ook de grens niet,
Tussen eenzaam en alleen,
Ik vraag me alleen af: hoe kom ik hier ooit overheen,
Ik herinner me nog goed hoe het ineens was gestart,
Maar weet niet of dit het is, of nog geen eens een kwart,
Hoe vol pijnlijke geheimen is de weg nog die voor me ligt,
Misschien een weg met perspectief en uitzicht,
Of een weg zonder rand,
Of een pijnlijke weg naar het Hemelse land,
Zou iemand mij ooit nog met liefde verzorgen,
Of kan ik de pijn beter laten stoppen morgen,
Blinde hoop is de reden dat ik het uitstel,
Dus kijk ik wederom door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer me dat ik hier alleen maar verdriet vind,
Dat niets moois naar mij toeschuift,
Dat er nooit iemand naar mij toewuift,
De maanden en jaren gaan voorbij,
Ik, alleen en zonder wij,
Al zolang zit ik helemaal alleen,
Geen liefde en steun om mij heen,
Een situatie als deze heb ik nog nooit meegemaakt,
Ik kan niet uitleggen hoe diep het mij heeft geraakt,
Mijn onzekerheid en machteloosheid,
Zorgen ervoor dat ik er zo erg onder lijdt,
Niemand zal ooit begrijpen hoe ik me voel,
Niemand zal ooit weten wat ik bedoel,
Want wat ik ook zal zeggen,
Deze diepdoorgronde emoties vallen niet uit te leggen,
Misschien is er ergens wel een lieve en steunende stem,
Is het probleem dat ik het niet meer herken,
Door de intense pijn in mijn hoofd,
Ik ben zo bang dat die ook mijn lampje dooft,
Ik hoop op 1 dag ooit, liever vandaag dan morgen,
Eén periode van 24 uur zonder zorgen,
Ik wil dat zo graag, vandaar ook alle uitstel,
Ik kijk maar weer even door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer me dat ik hier alleen maar meer angst vind,
Dat niemand mij geluk of steun wil geven,
Of door liefde mij het gevoel geeft nog een beetje te leven,
Ik denk wel eens, was ik maar nooit geboren,
Dan had ik ook niets verloren,
Zo ontzettend veel moois kwijtgeraakt,
Ondertussen woede en achterdocht aangemaakt,
Ik ben alleen, helemaal verlaten,
Geen vertrouwen om er met een onbekende over te praten,
Ik kan niets meer geven,
Het voelt als een dood leven,
Alles wat me ooit lief was is me ontnomen,
Ik kan alleen nog maar van pijn dromen,
Ik kan het nauwelijks meer verdragen,
Al zoveel jaren en zoveel dagen,
Miljoenen zandkorrels hebben mijn tijdsloper gevuld,
Tijd met heel weinig hoop en bergen geduld,
Dat beetje hoop houdt me nog overeind,
Maar waaraan komt eerder een eind,
En wanneer, ik hoop heel snel,
Om de tijd te doden kijk ik nog maar even door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer me dat ik hier alleen maar pijn vind,
Dat ik compleet wordt verscheurt,
Dat niets meer mooi kleurt,
Geen gezellige zomernachten,
Alleen sombere en kille gedachten,
Vlinders vliegen uiteen,
Witte wolken drijven heen,
Dat zijn minuscule pijnlijkheden die ik constant voel,
Daarvan heb ik er een heleboel,
Bruut, gruwelijk en onverzacht,
Een dag met de duisternis van de nacht,
Zonder maan zo ontzettend bang,
Een dag van jarenlang,
Een dag van eindeloos verdriet,
En niemand die het ziet,
Ik begrijp te weing om te vragen of vertellen,
Wat ik ooit voelde en hoe ik het kan herstellen,
Zodat ik ooit weer vanuit het goede van mijn hart kan handelen,
Misschien zelfs weer met zonsondergang over het strand kan wandelen,
Hoe kan ik ooit weer iemand vanuit mijn hart belonen,
En daarmee mijn oprechte gevoelens tonen,
Met liefde die ik niet meer ken,
Vanuit een persoon die ik niet ben,
Hopelijk kan ik het ooit weer wel,
Dit doet zo'n pijn, ik kijk maar weer even door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Ik realiseer mij dat ik hier niets dan ellende vind,
Dat mijn leven als een brok kwelt,
Ik hoop dat mijn pijn ooit versnelt,
Dat mijn hart eens kan uitrusten,
En dat mijn tranen al het negatieve blusten,
Dat mijn ongelukkigheid wegsmelt van binnen,
Dat ik eindelijk met liefde en geluk mag gaan beginnen,
Dat ik mag stoppen met in een hel te branden,
En in de hemel mag belanden,
Dat ik het goed en gezellig mag maken,
En dat alleen het positieve mij kan raken,
Weg uit deze pijnlijke en kwellende cel,
Weg uit deze terroriserende hel,
Ik was het niet, maar wordt hier wel gek,
Door de intense onheil op deze plek,
Zal mijn leven weer ooit hetzelfde zijn,
Zonder negatieve emoties vol overvloed van pijn,
Ik schreeuw het van binnen uit,
Veel harder dan te luid,
Maar nog veel te zacht,
Voor de aandacht waar ik naar smacht,
Misschien is het beter om mezelf te bevrijden,
En mezelf daarmee te verlossen uit dit continue lijden,
Is het beter dat ik alle pijn uit mijn leven snij of schiet,
Geluk en liefde heb ik toch niet,
Wat heb ik te verliezen in deze hel,
Niks dan hoop, dus kijk ik wederom door het raam uit mijn cel,
Het regent en er blaast een harde wind,
Misschien dat ik in het hiernamaals mijn geluk vindt,
Anders in ieder geval wel rust,
En is de brandende pijn in mij geblust,
Ik kan nog kiezen van wat ik moet geven,
Dus blijf ik nog doorgaan voor een beter leven,
Totdat ik kan kiezen in deze emotionele vloed,
Misschien voor liefde of geluk, misschien voor een laatste groet…
EINDE © 2007 Elders publiceren alleen toegestaan met bronvermelding